Nederland

buitenlands belastingkrediet

Zie voor een beschrijving van de regeling buitenlandse belastingkredieten in de afdeling Inkomstenbepaling.

kleine investeringen

er bestaat een systeem van aftrek voor kleine investeringen, de zogenaamde kleinschalige investeringsaftrek. Voor de berekening van deze jaarlijkse aftrek worden investeringen van meer dan 450 EUR per stuk berekend om het percentage van de aftrek te bepalen. De haakjes zijn als volgt per 1 januari 2022:

Totaal van de beleggingen (EUR) Aftrek
0 naar 2,400 0
2,400 om 59,940 28% van de waarde van het totaal van de kleine investeringen
59,940 om 110,999 EUR 16,784
110,999 om 332,995 EUR 16,784 min 7.56% van het bedrag van meer dan EUR 110,999
boven 332,995 0

vanaf 2021 is duidelijk hoe om te gaan met investeringen van een belastingplichtige die een deelnemer is van een partnerschap. In de eerste plaats worden de investeringen voor het partnerschap van alle deelnemers en de niet-bedrijfsinvesteringen door de betrokken belastingplichtige bij elkaar opgeteld (“totale relevante Investeringen”). Bijgevolg is de kleinschalige investeringsaftrek voor de betrokken belastingplichtige het bedrag van de aftrek dat uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid, vermenigvuldigd met het door de belastingplichtige zelf gedane investeringsbedrag en gedeeld door de totale relevante investering.

investeringen in energie-efficiënte activa

voor investeringen in nieuwe energie-efficiënte bedrijfsmiddelen die voldoen aan de eisen van de Energielijst is een extra aftrek (MEB) van het geldtransport beschikbaar. Het minimale investeringsbedrag per actief is 2.500 euro. De vergoeding is gelijk aan een percentage van het jaarlijkse bedrag, met een maximum van 128 miljoen euro (2022), aan subsidiabele energie-investeringen. Het recht op de MEB wordt bij de belastingaangifte aangegeven, op voorwaarde dat de investering eerder tijdig wordt gemeld aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl). een investering kan in fasen worden gemeld, maar het minimumbedrag voor kennisgeving is 2.500 euro. In 2022 bedraagt de toelage 45,5 procent.

investeringen in milieuactiva

voor investeringen in bepaalde nieuwe milieuverbeterende activa die voldoen aan de Milieulijstvereisten is een extra aftrek (MIA) van de bedrijfsinkomsten beschikbaar. Het minimale investeringsbedrag per actief is 2.500 euro. In 2022 is de toelage gelijk aan 45%, 36% of 27% (afhankelijk van de ministeriële classificatie van de activa) van het jaarlijkse bedrag, met een maximum van 25 miljoen euro, van subsidiabele milieu-investeringen. Het recht op de MIA wordt bij de belastingaangifte aangegeven, mits de investering vooraf tijdig wordt gemeld aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl). een investering kan in fasen worden gemeld, maar het minimumbedrag voor kennisgeving is 2.500 euro.

nieuwe technologie

loonkosten

het uitvoeren van bepaalde R&D activiteiten op het gebied van Toegepaste nieuwe technologie wordt gesubsidieerd door een verlaging van de loonbelasting die moet worden betaald over de lonen van werknemers die betrokken zijn bij R&D van technologisch nieuwe producten. De subsidie komt toe aan de werkgever wanneer de werknemer wordt gecrediteerd voor het normale bedrag van de loonbelasting. De subsidie is gebaseerd op specifieke wetgeving (WBSO).

om de vrijstelling in het kader van het stimuleringsprogramma R &D te verkrijgen, moeten belastingplichtigen een elektronische/onlineaanvraag indienen bij het Nederlands agentschap voor ondernemingen (www.rvo.nl). de belastingplichtige ontvangt een R&D-verklaring. Het budget voor deze subsidie is vast, dus het bedrag van de subsidie is afhankelijk van de beschikbaarheid van de begroting. Merk op dat zelf ontwikkelde en gebruikte software onder bepaalde voorwaarden onder de stimuleringsregeling R&D valt.

de WBSO-aanvraag voor R&D omvat niet alleen loonkosten, maar ook andere kosten en uitgaven in verband met R&D. Het voordeel van de fiscale regeling wordt toegekend in de vorm van een loonbelastingverlaging. In 2022 bedraagt de uitkering 32 procent van de eerste 350.000 euro aan R&D-kosten en 16 procent van het eigen risico (zowel salaris als andere kosten en uitgaven). Voor startende ondernemingen komt dit neer op 40% van de eerste 350.000 euro aan R&D-kosten. Merk op dat de maximale uitkering niet hoger mag zijn dan het totale bedrag van de verschuldigde loonbelasting. In plaats van een aanvraag in te dienen voor de werkelijke kosten en uitgaven (niet-salariskosten), kan de belastingplichtige ervoor kiezen rekening te houden met een vast bedrag op basis van R&D-uren. Het vaste bedrag is 10 euro per uur voor de eerste 1800 uren van R&D en 4 euro per uur voor alle uren van R&D die de 1800 uren van R&D overschrijden. De inhoudende agenten zijn verplicht het aantal uren, kosten en uitgaven gezamenlijk te rapporteren voor alle R&D-overzichten die in een kalenderjaar zijn verstrekt.

Write a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.