in ons bulletin van 15 februari 2021, wijziging van het nationaal minimumloon, hebben we de wijzigingen van het nationaal minimumloon uiteengezet in Schema 1 en Schema 2 van de nationale Wet minimumloon, 2018, die van kracht worden vanaf 1 maart 2021.
in dit tweede bulletin wordt vooral aandacht besteed aan de berekening van het minimumloon in de context van huishoudelijk personeel. Hoewel wij ons met name bezighouden met de positie van huishoudelijk personeel, zullen soortgelijke beginselen ook gelden voor werknemers in de landbouw.
zoals eerder vermeld,is het nationale minimumloon per uur voor huishoudelijk personeel in de regio Johannesburg/Gauteng met ingang van 1 maart 2021 verhoogd tot R19, 09.
zoals wij in dit bulletin uiteenzetten, is het van belang dat de werkgevers nota nemen van de wijze waarop een “loon” wordt berekend in het kader van de wet: samengevat mogen zij alleen het loon omvatten dat in geld wordt betaald en andere bedragen, zoals maaltijdvergoedingen, vervoer of huisvesting, buiten beschouwing laten.Hoe zorgen de werkgevers van huishoudelijk personeel (waaronder tuinders en anderen die in en rond een particulier huishouden werken) ervoor dat zij niet minder betalen dan het wettelijk minimum? Welke voordelen algemeen verleend in Zuid-Afrika aan huishoudelijk personeel kan worden geteld en die moeten worden uitgesloten voor dit doel?
onze wet erkent al lang een verschil tussen” beloning “en”loon”. De Basisarbeidswet van 1997 bijvoorbeeld definieert zowel “beloning” als “loon” en de begrippen worden in die wet anders en doelbewust toegepast. De rechtbanken hebben ook geoordeeld dat, hoewel een “loon” deel kan uitmaken van “beloning”, het omgekeerde niet waar zou zijn. De beloning kan bestaan uit geld of natura of beide, terwijl de beloning beperkt is tot geld.
de nationale wet op het minimumloon heeft te maken met”lonen”. Het doel van de wet is onder meer het verbeteren van de lonen van laagstbetaalde werknemers en het beschermen van werknemers tegen onredelijk lage lonen. Iedere werknemer heeft recht op betaling van een loon dat niet lager is dan het nationale minimumloon. Elke werkgever moet aan zijn werknemers lonen betalen die niet lager zijn dan het nationale minimumloon. En loon wordt gedefinieerd als de hoeveelheid geld betaald of te betalen aan een werknemer met betrekking tot de gewone uren van het werk, of als ze korter zijn, de uren die een werknemer gewoonlijk werkt in een dag of een week. In tegenstelling tot het BCEA wordt er geen melding gemaakt van “beloning”.
wat zegt de wet dan over wat moet worden geteld en wat moet worden uitgesloten bij de vaststelling of de werknemer niet minder dan het nationale minimumloon ontvangt?Volgens Artikel 5 van de wet is de berekening van een loon gelijk aan het bedrag dat in geld moet worden betaald voor gewone arbeidsuren, met uitzondering van:–
-
alle betalingen om een werknemer in staat te stellen te werken, met inbegrip van vergoedingen voor vervoer, uitrusting, gereedschap, voedsel of huisvesting, tenzij in een sectorale bepaling anders is bepaald;
-
betaling in natura, met inbegrip van Kost en inwoning, tenzij in een sectorale bepaling anders is bepaald;
-
fooien, waaronder bonussen, tips of geschenken; en
-
elke andere voorgeschreven categorie betalingen.
Hieruit volgt dat de verstrekking van huisvesting aan een huishoudelijk werknemer of van een voedsel-of vervoerstoelage weliswaar deel kan uitmaken van het loon van deze werknemer, maar niet van het loon van deze werknemer om te bepalen of de werknemer ten minste het nationale minimumloon ontvangt.
bovendien moet een huishoudelijk werker gedurende ten minste vier uur worden betaald op elke dag waarop hij of zij werkt, ook al werkt hij of zij in feite minder uren. Volgens de wet heeft een werknemer recht op het nationale minimumloon voor de uren die de werknemer werkt op elke dag. Dit is onderworpen aan artikel 9A van het BCEA. Deze afdeling bepaalt dat een werknemer die op een dag minder dan vier uur werkt, niettemin op die dag voor vier uur moet worden betaald. Indien een werknemer wordt betaald op een andere basis dan het aantal gewerkte uren (bijvoorbeeld dat de werknemer een week-of maandloon ontvangt), mag de werknemer niet minder worden betaald dan het nationale minimumloon voor de gewone arbeidstijd.
“gewone arbeidsduur” heeft in de wet dezelfde betekenis als in het BCEA. Een werkgever mag een werknemer of werknemer niet verplichten of toestaan meer dan 45 uur per week en negen uur per dag te werken als de werknemer vijf dagen of minder per week werkt, of acht uur per dag als de werknemer meer dan vijf dagen per week werkt.
volgens de sectorale bepaling voor de sector huishoudelijk personeel, Zuid-Afrika gemaakt in het kader van de BCEA –
-
het uurloon van een huishoudelijk werker wordt verkregen door het dagloon te delen door de gewone gewerkte uren per dag of door het weekloon te delen door het aantal gewone gewerkte uren per week.
-
het dagloon van een huishoudelijk werker wordt verkregen door het uurloon te vermenigvuldigen met het aantal gewone gewerkte uren per dag of het weekloon te delen door het aantal gewone gewerkte uren per week.
-
het weekloon van een huishoudelijk werker wordt verkregen door het uurloon te vermenigvuldigen met het aantal gewone gewerkte uren in een week of door het dagloon te vermenigvuldigen met het aantal gewerkte dagen in een week of door het maandloon te delen door vier en een derde (13/3).
- het maandloon van een huishoudelijk werker wordt verkregen door het weekloon te vermenigvuldigen met vier en een derde.
in ons volgende bulletin zullen wij ingaan op de gevolgen van het recente besluit van het Constitutioneel Hof inzake huishoudelijk personeel en de Wet op de vergoeding van arbeidsongevallen en beroepsziekten.